zeppelin

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeppelin    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌzɛpɛˈlin/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zep·pe·lin
Woordherkomst en -opbouw
  • van Duits Zeppelin, eponiem dat verwijst naar de Duitse uitvinder F. von Zeppelin , in de betekenis van ‘luchtschip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1909 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zeppelin zeppelins
verkleinwoord zeppelinnetje zeppelinnetjes

Zelfstandig naamwoord

dezeppelinm

  1. (verkeer) luchtschip in de lucht gehouden door een groot volume waterstof of helium
    • Door de brand van de Hindenburg is de zeppelin in kwade reuk geraakt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeppelin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.