zetsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zetsel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zet·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van zetten met het achtervoegsel -sel.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zetsel zetsels
verkleinwoord zetseltje zetseltjes

Zelfstandig naamwoord

hetzetselo

  1. tot woorden en regels gezette letters
    • Om het zetsel bij elkaar te houden, windt de zetter er een paar keer een touwtje om. 
  2. aftreksel, extract
Hyponiemen
  • [1] fotozetsel, loodzetsel, machinezetsel
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zetsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.