zieneres

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zieneres    (hulp, bestand)
  • IPA: /zinɘrɛs/
Woordafbreking
  • zie·ne·res
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van ziener met het achtervoegsel -es.
enkelvoud meervoud
naamwoord zieneres zieneressen
verkleinwoord zieneresje zieneresjes

Zelfstandig naamwoord

dezieneresv

  1. (religie) vrouw die door een godheid ingegeven vermaningen of toekomstvoorspellingen verkondigt
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zieneres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.