zijnsleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zijnsleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zijns·leer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijnsleer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dezijnsleerv/m

  1. (filosofie) leer van het zijn, van de algemene eigenschappen van de dingen

Gangbaarheid

  • Het woord zijnsleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
46 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.