zinskern

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zinskern    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zins·kern
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zinskern zinskernen
verkleinwoord zinskerntje zinskerntjes

Zelfstandig naamwoord

dezinskernv/m

  1. de benaming voor de grammaticale basis van de zin, die uit het onderwerp en het volledige gezegde bestaat
    • De zinskern is het kleinste deel van een langere zin dat in principe een zelfstandige zin kan vormen, de voorwerpen en bepalingen kunnen dat niet. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zinskern' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.