zoemertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoemertje    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zoe·mer·tje

Zelfstandig naamwoord

hetzoemertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zoemer
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord zoemertje zoemertjes

Zelfstandig naamwoord

hetzoemertjeo dim. tant.

  1. (rechtvleugeligen) Stenobothrus lineatus  een rechtvleugelig insect uit de familie veldsprinkhanen (Acrididae), onderfamilie Gomphocerinae
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zoemertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.