zoendood

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoendood    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zoen·dood
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoendood zoendoden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dezoendoodm

  1. (religie) de dood van Jezus als noodzakelijkheid voor de verzoening van de zonden der gelovigen
    • De zin: "De leer van de zoendood van Christus is geen leer van de evangelies, maar alleen Paulinisch" (DH 3438), is door Pius X, in het decreet "Lamentabili" als modernisme veroordeeld. 

Gangbaarheid

  • Het woord zoendood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
28 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.