zonnejaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zonnejaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɔ.nə.ˌjar/
Woordafbreking
  • zon·ne·jaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnejaar zonnejaren
verkleinwoord zonnejaartje zonnejaartjes

Zelfstandig naamwoord

hetzonnejaaro

  1. de tijd die het de aarde kost één keer rond de zon te draaien
    • Kalenders die gebruik maken van zonnejaren lopen niet gelijk op met kalenders die gegrond zijn in het maanjaar. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zonnejaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.