zorgpas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zorgpas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zorg·pas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgpas zorgpassen
verkleinwoord zorgpasje zorgpasjes

Zelfstandig naamwoord

dezorgpasm

  1. een pas die dient als verzekeringsbewijs van een zorgverzekering.

Gangbaarheid

  • Het woord zorgpas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.