verzekeringsbewijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verzekeringsbewijs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·ze·ke·rings·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzekeringsbewijs verzekeringsbewijzen
verkleinwoord verzekeringsbewijsje verzekeringsbewijsjes

Zelfstandig naamwoord

hetverzekeringsbewijso

  1. het bewijs dat men verzekerd is.
    • In Nederland is een zorgpas vaak het verzekeringsbewijs van een zorgverzekering. 

Gangbaarheid

  • Het woord verzekeringsbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.