zoutpan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zoutpan (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɑutpɑn / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- zout·pan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zout zn en pan zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoutpan | zoutpannen |
verkleinwoord | zoutpannetje | zoutpannetjes |
Zelfstandig naamwoord
de zoutpan v / m
- uitgedroogde bedding van een meer of zeearm die bedekt is met zout
- vijver waarin pekel wordt verdampt bij de zoutwinning
- grote metalen kuip gebruikt bij het zoutzieden
Vertalingen
1. uitgedroogde bedding van een meer of zeearm die bedekt is met zout
|
Gangbaarheid
- Het woord zoutpan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoutpan" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.