zout

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zout    (hulp, bestand)
  • IPA: /zɑut/ (1 lettergreep); /zɑu̯t/
Woordafbreking
  • zout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zout zouten
verkleinwoord zoutje zoutjes

Zelfstandig naamwoord

hetzouto

  1. alledaagse naam voor keukenzout bedoeld (natriumchloride)
    • Kunt u het zout even doorgeven? 
  2. (scheikunde) een verbinding die bestaat uit een metaal en een zuurrest
    • Salmiak is een zout van ammonia en zoutzuur. 
     Het was fascinerend om te zien hoeveel zout ik verloor: na dagen zonder douche stond mijn shirt stijf van de zoute strepen en bleef het bijna rechtop staan.[3]
  3. een van de vijf smaken
Hyponiemen
  • afvalzout
  • aluinzout
  • aluminiumzout
  • ammoniakzout
  • ammoniumzout
  • antimoonzout
  • azijnzuurzout
  • baaizout
  • badzout
  • bakkerszout
  • bergzout
  • bitterzout
  • bleekzout
  • bremzout
  • brijnzout
  • bronzout
  • dubbelzout
  • emserzout
  • epsomzout
  • fixeerzout
  • maagzout
  • metaalzout
  • natriumzout
  • negerzout
  • parelzout
  • pinkzout
  • plantenzout
  • prepareerzout
  • preserveerzout
  • radiumzout
  • reukzout
  • rochellezout
  • rotszout
  • salpeterzout
  • schuimzout
  • seidlitzerzout
  • seignettezout
  • slijmzout
  • smeltzout
Afgeleide begrippen
  • zoutmeer
  • zoutmelde
  • zoutmengsel
  • zoutmeter
  • zoutmijn
  • zoutmoeras
  • zoutmolecule
  • zoutmolen
  • zoutmonopolie
  • zoutnering
  • zoutoplossing
  • zoutoven
  • zoutpacht
  • zoutpakhuis
  • zoutpan
  • zoutpijler
  • zoutpilaar
  • zoutplant
  • zoutpot
  • zoutproductie
  • zoutraffinaderij
  • zoutraffinadeur
  • zoutrecht
  • zoutschip
  • zoutschuim
  • zoutsmaak
  • zoutsmokkelaar
  • zoutsolutie
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Het zout in de pap niet verdienen
Heel erg weinig verdienen
  • Met een korrel[tje] zout nemen
Iets niet al te serieus of zwaar opvatten
 Die opmerking moet met een korrel zout worden genomen. 
  • Met het zout komen als het ei op is
Pas met een oplossing komen als het probleem er niet meer is
  • Op alle slakken zout leggen
Over alle onbelangrijke dingen/ kleinigheden commentaar hebben/klagen; ieder minuscuul en onbeduidend foutje bekritiseren
  • Zout in de wond strooien
Iets wat toch al vervelend is nog eens extra benadrukken of nog meer verergeren
Vertalingen
Synoniemen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zoutzouterzoutst
verbogen zoutezouterezoutste
partitief zoutszouters-

Bijvoeglijk naamwoord

zout

  1. zout bevattend of zout smakend
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Het nog nooit zo zout gegeten hebben
Nog nooit eerder zoiets geks, raars of vervelends hebben meegemaakt of ervaren
 Zo zout heb ik het nog nooit gegeten! 
Vertalingen
Synoniemen
Antoniemen

Werkwoord

vervoeging van
zouten

zout

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van zouten
  2. gebiedende wijs van zouten

Gangbaarheid

  • Het woord zout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /zoʊ̯t/
Woordafbreking
  • zout
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *jьzuti

Werkwoord

zout perfectief   

  1. uitdoen, uittrekken (van schoeisel)
Vervoeging
Schrijfwijzen
  • Oude schrijfwijze: zouti perfectief
Synoniemen
  • sundat
Antoniemen
  • nazout
  • obout
Afgeleide begrippen
  • nazout
  • zouvat imperfectief
  • zutí o
  • zutý
Typische woordcombinaties
  • zout se
Verwante begrippen
  • vyzutý
  • zouvák

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.