zoutpot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zoutpot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zout·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zout zn en pot zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoutpot | zoutpotten |
verkleinwoord | zoutpotje | zoutpotjes |
Zelfstandig naamwoord
de zoutpot m
- een vat waarin men zout bewaart
- Een overdosis zout kan een hoge bloeddruk veroorzaken. Strooi daarom niet te enthousiast met de zoutpot. Daarnaast is het verstandig om bepaalde producten met mate te eten. Denk hierbij aan chips, zoute nootjes, kant en klaar maaltijden en ingeblikte groente.[2]
- Een overdosis zout kan een hoge bloeddruk veroorzaken. Strooi daarom niet te enthousiast met de zoutpot. Daarnaast is het verstandig om bepaalde producten met mate te eten. Denk hierbij aan chips, zoute nootjes, kant en klaar maaltijden en ingeblikte groente.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zoutpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoutpot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 29 sep. 2013
- ↑ Volkskrant 28 september 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.