zul
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zul (hulp, bestand)
- IPA: /zɵl/
Woordafbreking
- zul
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zullen |
zul
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zullen
- Zul je?
Gangbaarheid
- Het woord zul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Achterhoeks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zul | zullen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zul
Synoniemen
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zul | zullen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zul
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.