zwartboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwartboek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwart·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwart en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwartboek | zwartboeken |
verkleinwoord | zwartboekje | zwartboekjes |
Zelfstandig naamwoord
het zwartboek o
- een publicatie van gegevens over een misstand
- Over de Tweede Wereldoorlog zijn veel zwartboeken gepubliceerd.
- ▸ Hij legde Ancic uit dat hij met Verrips en Salemink een zwartboek aan het aanleggen was over Bax, waarin hij alle fouten, vergissingen, verzinsels en onjuiste verhalen ging documenteren.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zwartboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwartboek" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Kolfschooten, Frank van“Ontspoorde wetenschap” (2012), De Kring, ISBN 9789491567087
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.