zwartboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwartboek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwart·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwartboek zwartboeken
verkleinwoord zwartboekje zwartboekjes

Zelfstandig naamwoord

hetzwartboeko

  1. een publicatie van gegevens over een misstand
    • Over de Tweede Wereldoorlog zijn veel zwartboeken gepubliceerd. 
     Hij legde Ancic uit dat hij met Verrips en Salemink een zwartboek aan het aanleggen was over Bax, waarin hij alle fouten, vergissingen, verzinsels en onjuiste verhalen ging documenteren.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zwartboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Kolfschooten, Frank van
    “Ontspoorde wetenschap” (2012), De Kring, ISBN 9789491567087
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.