zwemtocht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwemtocht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwem·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemtocht zwemtochten
verkleinwoord zwemtochtje zwemtochtjes

Zelfstandig naamwoord

dezwemtochtm

  1. een reis die je al zwemmend maakt
    • Een 56-jarige man die zaterdagochtend meedeed aan een zwemtocht van Den Helder naar Texel is overleden. De man werd tijdens de 4 kilometer lange tocht onwel. Het is nog niet duidelijk wat de oorzaak hiervan was, zei een woordvoerder van de organisatie. [1] 
    • Op Twitter legt hij uit dat hij al een half jaar heeft geoefend voor de zwemtocht van afgelopen zaterdag bij de Noordpool. [2] 
    • De opbrengst van de zwemtocht die Maarten van der Weijden vorige week maakte, is opgelopen naar een bedrag van 4.311.810,72 euro. Dat is zondag bekendgemaakt tijdens de huldiging van Van der Weijden in Waalwijk. De langeafstandszwemmer werd ook nog eens benoemd tot ereburger van de gemeente Waalwijk. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord zwemtocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.