zwier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwier
enkelvoud meervoud
naamwoord zwier zwieren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezwierm

  1. draai, zwaai
  2. gratie, elegantie
     Universiteiten wilden sociale mannen met keurige stropdassen die met zwier en met een aanwijsstok college konden geven.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
zwieren

zwier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwieren
    • Ik zwier. 
  2. gebiedende wijs van zwieren
    • Zwier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwieren
    • Zwier je? 

Gangbaarheid

  • Het woord zwier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Lulu Miller
    “Waarom vissen niet bestaan” (2023), Lebowski Publishers , ISBN 9789048867325
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.