zwierbol

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwierbol    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zʋirbɔl/
Woordafbreking
  • zwier·bol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwierbol zwierbollen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezwierbolm

  1. een aan een touw opgehangen bol waarmee men kegels tracht om te doel vallen
    • Vroeger hadden ze zwierbollen op de kermis. 
  2. iemand die te makkelijk teveel geld uitgeeft aan drank en vrouwen
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
zwierbollen

zwierbol

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwierbollen
    • Ik zwierbol. 
  2. gebiedende wijs van zwierbollen
    • Zwierbol! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwierbollen
    • Zwierbol je? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zwierbol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.