demografie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: demografie (hulp, bestand)
- IPA:
Woordafbreking
- de·mo·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | demografie | demografieën |
| verkleinwoord | demografietje | demografietjes |
Zelfstandig naamwoord
de demografie v
- (wetenschap) de studie van alles wat de omvang, samenstelling en spreiding van een bepaalde bevolkingsgroep en de veranderingen hierin betreft
- De demografie op regionaal of lokaal niveau.
- bevolkingsleer
Afgeleide begrippen
- demografisch, demograaf, demologisch, demoloog, demologie
Vertalingen
1. de studie van alles wat de omvang, samenstelling en spreiding van een bepaalde bevolkingsgroep en de veranderingen hierin betreft
|
|
Gangbaarheid
- Het woord demografie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "demografie" herkend door:
| 96 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be