leerboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leerboek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leer·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leerboek leerboeken
verkleinwoord leerboekje leerboekjes

Zelfstandig naamwoord

hetleerboeko

  1. (onderwijs) een boek bedoeld om er iets uit te leren
    • Hij schreef een nieuw leerboek voor de eerstejaars in scheikunde. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leerboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be