ábreizl

Oudnoords

Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van breizl met het voorvoegsel á-.

Zelfstandig naamwoord

ábreizl o

  1. beddendeken, beddensprei, bedsprei, sprei
Verbuiging
o (sterk) enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ábreizl         ábreizl      
genitief   ábreizls         ábreizla      
datief   ábreizli         ábreizlum      
accusatief   ábreizl         ábreizl      
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.