øre

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈøːʌ /
Woordafbreking
  • øre
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Afkomstig van het Oudnoordse woord eyrir, dat van het Latijnse woord aureus (gouden munt) komt
  • [B] Afkomstig van het Oudnoorse woord eyra
o
[A]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   øre     øret     ører     ørerne  
genitief   øres     ørets     ørers     ørernes  

Zelfstandig naamwoord

[A] øre, o

  1. (anatomie) oor
g
[B]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   øre     øren     ører     ørerne  
genitief   øres     ørens     ørers     ørernes  

Zelfstandig naamwoord

[B] øre, g

  1. (financieel) øre (1/100ste deel van een Deense en Noorse kroon)

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /ˈøːɾə/
    Woordafbreking
    • øre
    Woordherkomst en -opbouw
    • [A+B] Afkomstig van het Oudnoordse woord eyrir, dat van het Latijnse woord aureus (gouden munt) komt
    • [C] Afkomstig van het Oudnoorse woord eyra
    o
    [A] + [B]
    enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   øre     øret     ører     ørene  
    genitief   øres     ørets     ørers     ørenes  

    Zelfstandig naamwoord

    [A] øre, o

    1. (anatomie) oor
    Afgeleide begrippen
    • ørebetennelse
    • øregang
    • ørekyt
    • øreregion
    • øreseler
    • øresmerte
    • Øresund
    • Øresund-broen
    • øresundstollen
    • Ørestad
    • øresus
    • øresykdom
    • ørevoks

    Zelfstandig naamwoord

    [B] utstående øre, o (meestal in het meervoud)

    1. een afstaand oor, flapoor, zeiloor
    m
    [C]
    enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   øre     øren     ører     ørene  
    genitief   øres     ørens     ørers     ørenes  

    Zelfstandig naamwoord

    [C] øre, m

    1. (financieel) øre (1/100ste deel van een Deense en Noorse kroon)
    vervoeging
    onbepaalde wijs øre
    tegenwoordige tijd ører
    verleden tijd ørte
    voltooid
    deelwoord
    ørt
    onvoltooid
    deelwoord
    ørende
    lijdende vorm øres
    gebiedende wijs ør
    vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
    opmerking

    Werkwoord

    øre

    1. verward spreken, fantaseren
    2. dommelen, dutten, soezen
    3. zwindelen
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.