取る
Japans
Uitspraak
- IPA: \to.ɾɯ\, [to̞ɾɯ̟ᵝ]
Werkwoord
取る
- nemen, pakken
- «どっち取る?»
- Welke neem jij?
- «どっち取る?»
- brengen, overhandigen, afgeven, halen
- «紙を取ってくださいますか。»
- Kun je wat papier voor me halen?
- «紙を取ってくださいますか。»
- houden
- «君が取っといてくれ。»
- Hou het maar.
- «君が取っといてくれ。»
- verwijderen, wegnemen, afdoen
- «スカートの汚れを取る»
- vlekken van een rok verwijderen
- «帽子を取る»
- je hoed afzetten
- «スカートの汚れを取る»
- stelen, wegnemen
- «金を取られた。»
- Mijn geld was gestolen.
- «金を取られた。»
- verzamelen, samenbrengen, oprapen
- «その貝殻はどこで取ったの。»
- Waar heb je die schelpen opgepakt?
- «その貝殻はどこで取ったの。»
- behalen
- «1等賞を取る»
- de hoofdprijs behalen
- «1等賞を取る»
- kiezen
- «好きな方を取って構わないよ。»
- Kies welke je wilt.
- «好きな方を取って構わないよ。»
- duren
- «これはひどく時間を取る。»
- Dit duurt zo lang.
- «これはひどく時間を取る。»
- aanzien als, nemen (abstract)
- vrijhouden
- «あなたの席を取ってあります。»
- We hebben een plaatsje voor je vrijgehouden.
- «あなたの席を取ってあります。»
Schrijfwijzen
Kanji | Kana | Romaji |
---|---|---|
取る | とる | toru |
Gelijkklinkende woorden
- 撮る een foto trekken
- 捕る vangen
- 盗る stelen
- 執る werk doen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.