-itis
Nederlands
Huidig bestand |
---|
63 |
Uitspraak
- Geluid: -itis (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | -itis | -itissen |
verkleinwoord | -itisje | -itisjes |
Achtervoegsel
-itis v [2]
- (medisch) ontsteking van het deel van het lichaam dat het grondwoord noemt
- (pejoratief) denkbeeldige ziekte, die vaak een overmaat van het grondwoord uitdrukt, zoals "regulitis": te veel regulering of "vergaderitis": te veel vergaderingen
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord '-itis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.