Asthma

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈastma/
Woordafbreking
  • Asth·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontlening van het Griekse ἆσθμα (ásthma) in de zin van "het lastige, korte ademhalen; benauwdheid".

Zelfstandig naamwoord

Asthma o

  1. astma
    «Mit zwei Jahren bekam sie Asthma
    In twee jaar kreeg zij astma.
Verbuiging
Synoniemen
  • Asthma bronchiale
Verwante begrippen
  • Atemnot, Kurzatmigkeit, Luftnot
Antoniemen
  • Asthma cardiale, Herzinsuffizienz
Hyperoniemen
  • Lungenkrankheit
Hyponiemen
  • allergisches Asthma, extrinsisches Asthma, intrinsisches Asthma
Afgeleide begrippen
  • Asthmaanfall, Asthmatiker, Asthmatikerin, asthmatisch
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.