Aufgabenheft
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈaʊ̯fɡaːbm̩ˌhɛft/, (duidelijk uitgesproken) /ˈaʊ̯fɡaːbənˌhɛft/
Woordafbreking
- Auf·ga·ben·heft
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van Aufgabe en Heft met een tussen-n.
Zelfstandig naamwoord
Aufgabenheft o
- schoolagenda
- «Die Schüler holten ihre Aufgabenhefte heraus.»
- De scholieren pakten kun schoolagenda's.
- «Die Schüler holten ihre Aufgabenhefte heraus.»
Verbuiging
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | das Aufgabenheft | die Aufgabenhefte |
| genitief | des Aufgabenheftes, des Aufgabenhefts | der Aufgabenhefte |
| datief | dem Aufgabenheft, dem Aufgabenhefte | den Aufgabenheften |
| accusatief | das Aufgabenheft | die Aufgabenhefte |
Hyperoniemen
- Heft
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.