schoolagenda

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoolagenda    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • school·agen·da
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoolagenda schoolagenda's
verkleinwoord schoolagendaatje schoolagendaatjes

Zelfstandig naamwoord

deschoolagendav/m

  1. (onderwijs) een agenda, speciaal voor scholieren
    • Hij kon z'n schoolagenda niet meer vinden thuis. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord schoolagenda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.