Bosjesman
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Bosjesman (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔʃəsˌmɑn / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Bos·jes·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bosjes zn en man zn , naar het struikgewas waarin deze mensen leefden [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Bosjesman | Bosjesmannen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de Bosjesman m
- benaming voor oorspronkelijke bewoners van vlakten en bergen in Zuidelijk Afrika die een van de Khoisantalen spreken
- ▸ De Bosjesmannen in zuidelijk Afrika willen graag mee in de moderne tijd, maar hun imago van natuurmens is juist wat toeristen en geldschieters trekt.[3]
- ▸ Uit zijn verhalen blijkt ook dat de eerste mens een Bosjesman was, die al rondliep in een tijd dat de dageraad nog uitgevonden moest worden (…).[4]
Opmerkingen
- Zowel "Bosjesman" als "San" zijn namen die door andere volken aan deze mensen zijn gegeven; zelf geven ze merendeels de voorkeur aan "Bosjesman" of het Engelse vorm daarvan, "Bushman".
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord Bosjesman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Bosjesman op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Niki Korteweg“Jonge Bosjesmannen willen een mobieltje” (21 oktober 2013) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Toef Jaeger“Sprak de eerste mens als een Bosjesman?” (25 mei 2010) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.