Buch

Duits

Uitspraak
  • IPA: / buːχ / meervoud IPA: /ˈbyːçɐ/
Woordafbreking
  • Buch
enkelvoud meervoud
nominatief das Buchdie Bücher
genitief des Buches
des Buchs
der Bücher
datief dem Buchden Büchern
accusatief das Buchdie Bücher

Zelfstandig naamwoord

Buch, o

  1. (letterkunde) boek
    «Ich kann dir dieses Buch zur Lektüre empfehlen.»
    Ik kan je dit boek als lectuur aanbevelen.


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Buch
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Buches BuchBicherdie Bicher
datief me Buchem BuchBicherde Bicher
accusatief en Buches BuchBicherdie Bicher

Zelfstandig naamwoord

Buch, o

  1. (letterkunde) boek
    «In sell Buch mit viel Pickders kenne Kinner eppes lanne vum Pennsylvaanisch-Deitsche Grischtdaag.»
    In dit boek met veel foto's kunnen kinderen iets leren van de Pennsylvania-Duitse kerstdag.
Hyponiemen
Meroniemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.