Bundel
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈbʊndl /
Woordafbreking
- Bun·del
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Duitse woord Bündel zn
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Bundel | der Bundel | Bundel | die Bundel |
datief | me Bundel | em Bundel | Bundel | de Bundel |
accusatief | en Bundel | der Bundel | Bundel | die Bundel |
Zelfstandig naamwoord
Bundel, m
- En Bundel Zweige
Een bundel takjes
Schrijfwijzen
- [1]: Bindel bn
Opmerkingen
Zelfstandig naamwoord
Bundel
- mannelijk meervoud van Bundel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.