Diamant
Duits
Uitspraak
- Geluid: Diamant (hulp, bestand)
- IPA: /diaˈmant/
Woordafbreking
- Di·a·mant
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudfranse "diamant".
Zelfstandig naamwoord
Diamant m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Diamant | die Diamanten |
genitief | des Diamanten | der Diamanten |
datief | dem Diamanten | den Diamanten |
accusatief | den Diamanten | die Diamanten |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.