Gasthaus

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɡastˌhaʊ̯s /
Woordafbreking
  • Gast·haus
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Gast en Haus
enkelvoud meervoud
nominatief das Gasthausdie Gasthäuser
genitief des Gasthausesder Gasthäuser
datief dem Gasthausden Gasthäusern
accusatief das Gasthausdie Gasthäuser

Zelfstandig naamwoord

Gasthaus, o

  1. herberg, logement
  2. restaurant
Hyperoniemen
  • Gasthof
  • Gaststätte
  • Gastwirtschaft
  • Wirtshaus
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.