Gnoddel

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Gnod·del
Woordherkomst en -opbouw
  • Misschien afkomstig von het Duitse dialectwoord 'Knüddel' "knoop"
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Gnoddelder GnoddelGnoddeldie Gnoddel
datief me Gnoddelem GnoddelGnoddelde Gnoddel
accusatief en Gnoddelder GnoddelGnoddeldie Gnoddel

Zelfstandig naamwoord

Gnoddel, m

  1. brokje, klompje
  2. klomp, kont
  3. een stevige persoon
  4. drol, poep
  5. een vaste ronde klomp drol van veel dieren
Hyponiemen
  • [4]:  Schofgnoddel zn , v
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
  • Duits:
    • [1]:  Beule zn , m Bröckchen zn , m,  Knoten zn , m
    • [2]:  Klumpen zn , m
    • [3]: eine stattliche Person, v
    • [4]:  Scheiße zn , v
    • [5]:  Kothaufen zn , m
  • Engels:
    • [1]: a small  lump zn 
    • [2]:  chunk zn 
    • [3]: a  chunky zn  person
    • [4]:  turd zn 
    • [5]: a compact hard round  dropping zn  of many animals
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.