Haarband

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Haarband    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈhaːɐ̯bant /
Woordafbreking
  • Haar·band
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 48967
enkelvoud meervoud
nominatief das Haarbanddie Haarbänder
genitief des Haarbandes
des Haarbands
der Haarbänder
datief dem Haarbandden Haarbändern
accusatief das Haarbanddie Haarbänder

Zelfstandig naamwoord

Haarband, o

  1. (kleding), (sport) haarband, haarlint
    «Ein Haarband kann natürlich gut verwendet werden, wenn das Haar die Sicht stört.»
    Een haarband kan uiteraard goed gebruikt worden wanneer het haar voor het gezicht in de weg zit.
Verwante begrippen
  •  Haargummi zn 
  •  Haarnetz zn 
  •  Haarreif zn 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.