Hafenarbeiter

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Hafenarbeiter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhaːfən.arbaitɐ(r) /
Woordafbreking
  • Ha·fen·ar·bei·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenvertaling van Engels dockworker, dock worker.
  • samenstelling van  Hafen  en  Arbeiter , aangetroffen in de 1e helft van 19e eeuw, zie voor een vindplaats hieronder.
enkelvoud meervoud
nominatief der Hafenarbeiterdie Hafenarbeiter
genitief des Hafenarbeitersder Hafenarbeiter
datief dem Hafenarbeiterden Hafenarbeitern
accusatief den Hafenarbeiterdie Hafenarbeiter

Zelfstandig naamwoord

Hafenarbeiter m

  1. (beroep) arbeider die in een haven werkt
    «Unter diesen 110,000 Inscribirten befinden sich aber 14,000 Schiffsjungen von 10 bis 15 Jahren, 17,000 Novizen von 15 bis 18 Jahren, 10 bis 11,000 Hafenarbeiter und 9 bis 10,000 Küstenfahrer und Kauffahrteischiffscapitäne; die Zahl der eigentlichen activen Seeleute von 18 bis 50 Jahren, welche verpflichtet sind, dem Staate beim ersten Aufruf Folge zu leisten, beläuft sich auf 55 bis 56,000 Mann mit Inbegriff der Officiere und Unterofficiere.»[1]
    Onder deze 110.000 inschrijvers zijn er echter 14.000 scheepsjongens van 10 tot 15 jaar, 17.000 nieuwelingen van 15 tot 18 jaar, 10 à 11.000 dokwerkers en 9 à 10.000 kustvaarders en kapiteins van koopvaardijschepen; het aantal werkelijke actieve zeelieden van 18 tot 50 jaar, die verplicht zijn de staat bij de eerste oproep te gehoorzamen, bedraagt 55 à 56.000 man, inclusief officieren en onderofficieren.
Overerving en ontlening

Verwijzingen

  1. Weblink bron Großbritannien in: Allgemeine Zeitung , Nr. 136 (15 mei 1840), Augsburg, p. 3 (1083) op deutschestextarchiv.de
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.