Hann
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / han /
Woordafbreking
- Hann
Woordherkomst en -opbouw
[A]+[B] | enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Hann | es Hann | Hanner | die Hanner |
datief | me Hann | em Hann | Hanner | de Hanner |
accusatief | en Hann | es Hann | Hanner | die Hanner |
Zelfstandig naamwoord
[A]: Hann, o
- En Hann
De hersens (binnen de schedel, in het hoofd)
Schrijfwijzen
- Haern zn
- Harn zn
Afgeleide begrippen
|
Opmerkingen
Zelfstandig naamwoord
[B]: Hann, o
- hoorn
- «Die Hannschlang, so es gsaat waar, hot en vergifdete Hann odder Schticher uff ihre Schwanz.»
- Van de hoornslang wordt gezegd dat hij een vergiftigde hoorn of stekel op zijn staart heeft.
- «Die Hannschlang, so es gsaat waar, hot en vergifdete Hann odder Schticher uff ihre Schwanz.»
- En Hann
Een hoorn (van een koe)
Schrijfwijzen
- Harn zn
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.