Hasch

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Hasch
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Haschder HaschHasch
Hasche
die Hasch
die Hasche
datief me Haschem HaschHasch
Hasche
de Hasch
de Hasche
accusatief en Haschder HaschHasch
Hasche
die Hasch
die Hasche

Zelfstandig naamwoord

Hasch, m

  1. (evenhoevigen) hert, zoogdier uit de familie Cervidae 
    «Mir hen en scheene grosse Hasch gsehne.»
    We heben een leuk hert gezien.
Schrijfwijzen
  • Haersch
  • Harsch
Verwante begrippen
Opmerkingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.