König
Duits
Uitspraak
- Geluid: König (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkøːnɪç/
Woordafbreking
- Kö·nig
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelhoogduits künic / künec van Oudhoogduits kunig / kuning
Zelfstandig naamwoord
König m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | König | Könige |
genitief | Königs Königes | Könige |
datief | König Könige | Königen |
accusatief | König | Könige |
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van Königin
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.