Kardinal

Niet te verwarren met: kardinaal, kardinal

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Kardinal    (hulp, bestand)
  • IPA: / kardiˈnaːl /
Woordafbreking
  • Kar·di·nal
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord cardinalis
enkelvoud meervoud
nominatief der Kardinaldie Kardinäle
genitief des Kardinalsder Kardinäle
datief dem Kardinalden Kardinälen
accusatief den Kardinaldie Kardinäle

Zelfstandig naamwoord

Kardinal, m

  1. (beroep), (religie) kardinaal
    «In dem Konklave, in dem ein neuer Papst gewählt wird, sind diejenigen Kardinäle stimmberechtigt, die an dem Tag, der dem Konklave vorausgeht, noch keine 80 Jahre alt sind.»
    In het conclaaf waarin een nieuwe paus gekozen wordt zijn die kardinalen stemgerechtigd die op de dag voorafgaand aan het begin van een conclaaf nog geen 80 jaar oud zijn.
  2. (vlinders) Argynnis pandora , kardinaalsmantel
  3. (drinken) een koude drank van witte wijn, suiker en de schil van zure sinaasappels
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.