kardinaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kardinaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkɑrdiˈnal/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kar·di·naal
Woordherkomst en -opbouw
  • met het achtervoegsel -aal van Frans cardinal, in de betekenis van ‘hoogwaardigheidsbekleder in de r.-k. kerk’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kardinaal kardinalen
verkleinwoord kardinaaltje kardinaaltjes

Zelfstandig naamwoord

dekardinaalm

  1. (religie) hoge geestelijke in de hiërarchie van de Rooms-Katholieke Kerk, hij mag deelnemen aan de verkiezing van een nieuwe paus
  2. (zangvogels) benaming voor vogels uit de geslachten Cardinalis  en Pheucticus  van de familie van de kardinaalachtigen (Cardinalidae )
  3. (zangvogels) benaming voor vogels uit de familie van de tangaren (Thraupidae )
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kardinaalkardinalerkardinaalst
verbogen kardinalekardinalerekardinaalste
partitief kardinaalskardinalers-

Bijvoeglijk naamwoord

kardinaal

  1. voornaamste
    • De vijf meest kardinale fouten in het Fyra-proces [3] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kardinaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.