Kennzeichen
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- Kenn·zei·chen
Zelfstandig naamwoord
Kennzeichen o
- herkenningspunt, kenmerk
- landmerk, een markant punt in een landschap
- kenteken, van vlieg-, voer- of vaartuig
Verbuiging
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | das Kennzeichen | die Kennzeichen |
| genitief | des Kennzeichens | der Kennzeichen |
| datief | dem Kennzeichen | den Kennzeichen |
| accusatief | das Kennzeichen | die Kennzeichen |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.