Kurs
Duits
Uitspraak
- Geluid: Kurs (hulp, bestand)
- IPA: /kʊʁs/
Woordafbreking
- Kurs
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Kurs m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | Kurs | Kurse |
genitief | Kurses | Kurse |
datief | Kurs Kurse | Kursen |
accusatief | Kurs | Kurse |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.