Latz

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Latz
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse woord "laz"
enkelvoud meervoud
nominatief der Latzdie Lätze
genitief des Latzes
des Latzs
der Lätze
datief dem Latzden Lätzen
accusatief den Latzdie Lätze

Zelfstandig naamwoord

Latz, m

  1. (kleding) borstlap, borststuk
  2. (kleding) het bovendeel van een schort
  3. (kleding) bukseklaff
  4. slab, slabbe
  5. morsdoek, spuugdoek
  6. (spreektaal) moersdoek bij de tandarts
Synoniemen
  • [4]: Lätzchen
  • [6]: Patientenserviette
Hyperoniemen
  • [3]: Trachtenhose
  • [3]: Dachdeckerhose
  • [3]: Zimmererhose
  • [3]: Zunfthose
  • [4-6]: Mundtuch
Afgeleide begrippen
  • [1-2]: Brustlatz
  • [2]: Latzschürze
  • [3]: Latzhose
  • [3]: Hosenlatz
  • [4]: Schlabberlatz
Verwante begrippen
  • [3]: Hosenschlitz
Typische woordcombinaties
  • [1]: jemandem eine vor den Latz knallen
iemand een scherpe klap in het gezicht of voor de borst geven
iemand aanbaffen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.