Nase

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Nase    (hulp, bestand)
  • Geluid:  Nase    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnaːzə/
Woordafbreking
  • Na·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
nominatief die Nasedie Nasen
genitief der Naseder Nasen
datief der Naseden Nasen
accusatief die Nasedie Nasen

Zelfstandig naamwoord

Nase v

  1. (anatomie) neus
Hyperoniemen
  • [1] Körperteil
Uitdrukkingen en gezegden

(spreektaal) die Nase voll haben

  • zijn buik vol hebben, balen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.