Palmpaas

Niet te verwarren met: palmpaas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Palmpaas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • Palm·paas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Palmpaas
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dePalmpaasm [1]

  1. (religie) (feest) de zondag voor Pasen.
Synoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord 'Palmpaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.