Pauluskerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Pauluskerk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑulʏsˌkɛrək / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- Pau·lus·kerk
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem, samenstelling van Paulus en "de apostel " en kerk zn "gebouw voor religieuze samenkomst"
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Pauluskerk | Pauluskerks | Pauluskerken |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
de Pauluskerk v / m
- (religie) (christelijk) kerkgebouw dat naar de apostel Paulus is genoemd
- ▸ Het koor is druk met de generale repetitie van wat woensdag startte en in heel Rotterdam te horen is de komende weken: van Centraal Station tot de gevangenis, het ziekenhuis en de Pauluskerk, overal zullen ze stukken uit ‘de Matthäus’ ten gehore brengen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'Pauluskerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Marko de Haan“Deze maand klinkt overal in Rotterdam ‘de Matthäus’” (5 maart 202) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.