Pokémon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Pokémon    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpokeˌmɔn/
Woordafbreking
  • Po·ké·mon
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels of Japans, in de betekenis van ‘naam voor een populair spel’ voor het eerst aangetroffen in 1999 [1]
  • van Japans ポケモン (pokemon), verkorting van ポケットモンスタ (poketto monsuta) een weergave van Engels pocket monsters, een Japanse merknaam[2]
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord PokémonPokémons Pokémon
verkleinwoord -- -

Eigennaam

Pokémon m/v

  1. mediafranchise van het Japanse bedrijf Nintendo die onder meer verzamelkaarten, een animatiereeks en een serie videogames omvat
    • Het spel Pokémon is zeer populair onder vele lagen van de jeugd. 
  2. soortnaam voor de denkbeeldige wezens waar de gelijknamige mediafranchise om draait
    • In de video is te zien hoe Sokolovski met zijn smartphone op jacht is naar een Pokémon in de ‘Kathedraal op het Bloed’. [3]
    • Ze willen daar zeldzame Pokémon vangen. [4]
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Pokémon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.