Prinsjesdag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Prinsjesdag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈprɪnʃəzˌdɑx/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Prins·jes·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Prinsjesdag
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dePrinsjesdagm

  1. derde dinsdag van september de opening van het parlementaire jaar in Nederland en aanbieding van de rijksbegroting
    • Als deze uitslag één ding duidelijk maakt is het dat regeren niet loont. Het kabinet Rutte-Asscher presenteerde op Prinsjesdag na vier jaar regeren een droombegroting. Wat moest stijgen steeg, wat omlaag moest, ging omlaag. Nederland is momenteel binnen de Europese Unie één van de best presterende landen. En toch hebben de kiezers de coalitie zwaar afgestraft. Het lijkt allemaal op 2002 toen een eveneens goed presterend PvdA-VVD kabinet, zwaar verloor. Voor de kiezer is politiek blijkbaar meer dan economische parameters. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord Prinsjesdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.