Quiz

Duits

Uitspraak
  • IPA: /kvɪs/
Woordafbreking
  • Quiz

Zelfstandig naamwoord

Quiz o

  1. quiz
    «Ich gewann gestern bei einem Quiz über deutsche Geschichte eine Million Euro.»
    Ik won gisteren bij een quiz over de Duitse geschiedenis een miljoen euro.
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.