Rustoord

Niet te verwarren met: rustoord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Rustoord    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrʏstort/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Rust·oord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord RustoordRustoords -
verkleinwoord -- -

Eigennaam

Rustoord o

  1. naam voor stil gelegen woning
  2. naam voor accommodaties voor tijdelijk verblijf
  3. naam voor stil gelegen landgoed
  4. naam voor begraafplaats

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.